Het is onze toekomst – laten we die vorm geven!

- Door Alexander van Tuyll


Een goede vriendin van mij is een modernistische architect – nou ja, een ‘futurist’, zelfs. Zij bewondert het werk van architecten als Zaha Hadid en Rem Koolhaas, dat vaak als ‘futuristisch’ wordt omschreven. Als iemand die van traditionele architectuur houdt, vertel ik haar regelmatig hoezeer ik een afkeer heb van de “glazen stompen en karbonkels” die we over de hele wereld zien opduiken.

Maar de zogenaamde “futuristische” architectuur is niet de enige architectuur waar zij van houdt. Vaak stuur ik haar een foto van iets traditioneels: een 18e-eeuws herenhuis, een gietijzeren oranjerie, of zelfs een oude Romeinse tempel zoals la Maison Carrée in Nîmes. Misschien tot je verrassing houdt ze van deze gebouwen en vindt ze ze zelfs mooi.

Hoewel ze van deze traditionele gebouwen houdt, is ze er fel op tegen dat we vandaag op dezelfde manier bouwen.

“Waarom ben je zo tegen traditioneel bouwen,” vraag ik, “als je deze gebouwen zo mooi vindt?”

Het antwoord dat ik meestal krijg is iets in de trant van:

“Deze gebouwen zijn mooi en er moet van genoten worden. Maar dat was een andere tijd, en de mensen waren anders. Dingen zijn veranderd, wij zijn veranderd, en we hebben een geheel nieuwe architectuur voor onze tijd nodig.”

Ik ben het ermee eens, er is veel veranderd in de afgelopen 100 jaar. Maar zijn wij dat ook? Zijn we zoveel veranderd, dat we duizenden jaren van successen en vooruitgang zomaar overboord moeten gooien?

Waarom worden huizen in traditionele stijl meer verkocht dan hun modernistische tegenhangers? Waarom spreekt het publiek zich in opiniepeilingen massaal uit voor traditionele architectuur? Waarom trekken toeristen naar historische stadscentra in heel Europa (die overigens de hoogste vastgoedprijzen in hun steden hebben)?

Het is duidelijk dat we nog steeds van de schoonheid van het verleden houden. Smaken veranderen, maar wat 100 of zelfs 1000 jaar geleden mooi was, is dat vandaag nog steeds, en zal dat ook blijven lang nadat wij deze aarde hebben verlaten. Zullen de meeste gebouwen van vandaag dat ook zijn? Ware schoonheid is tijdloos. Het hele idee van ‘futuristische’ architectuur negeert dit.

Waarom schrijf ik ‘futuristisch’ steeds tussen apostrofs? Omdat het woord willekeurig het monopolie opeist over hoe de toekomst eruit moet zien. De toekomst is niets anders dan tijd die nog moet komen. Een bepaalde vorm van architectuur “futuristisch” noemen, betekent alleen maar dat zij het verdient om in de toekomst te worden gebouwd.

Maar op grond van welke verdiensten verdient een vorm van architectuur dat? We willen toch zeker de beste, mooiste architectuur in de toekomst bouwen, en niet alleen maar architectuur die past in de visie van een of andere ivoren-toren-architect over hoe de toekomst eruit zou moeten zien?

De toekomst is aan ons allen om vorm te geven, op welke manier we maar willen. Het is tijd dat we dat doen.

Futuristische architectuur zou de architectuur moeten zijn van een toekomst die we willen zien.

Previous
Previous

Bouwen en bakken – zo verschillend zijn ze niet